Enkele jaren geleden stond ik onder contract bij een grote Amsterdamse uitgever. Omdat ik een weergaloos schrijftalent ben zou je denken: kat in het bakkie.

Maar schrijftalent, zo ontdekte ik al snel, is in het huidige literaire klimaat hoogstens mooi meegenomen. Waar het natuurlijk om draait: is er van de prille auteur een gepeperde mediapersoonlijkheid te maken?

Dat was een probleem. U kent mij: ik ben zo nurks dat de opgekropte kift geen andere uitweg ziet dan door de poriën naar buiten te lekken. Daarmee geconfronteerd zei de uitgever: ‘We zullen flink moeten schaven.’

Mijn eerste proeve van deskundigheid was een ramp. Op de verplichte literaire borrel schudde ik beleefd handjes en bleef aan de zijlijn.
‘Ja zo dus niet,’ schamperde de uitgever. ‘Je moet je laten gelden. De hele zaal moet weten dat de Van Os zojuist is binnengelopen!’

Nou mensen, dat hebben ze in Amsterdam geweten. Op de eerstvolgende borrel kwam ik met vier glazen beaujolais primeur achter de broeksknoop het pand binnen. Kort gezegd: de rest van de avond is een beetje een waas.

Was de uitgever nu tevreden? Nee! Blijkbaar was ik te veel doorgeschoten naar de andere kant. In een uitgebreide email werd mij duchtig de oren gewassen.
Zo zou ik me aan James Worthy hebben voorgesteld als Aloysius Droeftoeter, cultureel attaché te Minsk. Ook zou ik Heleen van Royen hebben beledigd. Hoe, dat stond er niet bij.

Omdat ik aan Heleen geen enkele herinnering bewaarde, waagde ik dat laatste te betwijfelen. Beschonken of niet, in mijn hart blijf ik een bescheten konijn; ik begin al onbeheersbaar te giechelen bij het woord ‘piemeltje’. En hoe bont moet je het maken om de ongekroonde koningin van de pikante provocatie te laten roepen dat je nu echt te ver bent gegaan?

Mijn scepsis liep evenwel een aanzienlijke deuk op toen ik gisteren onderstaande foto aantrof in een oud toestel. Ik moet toegeven, Heleentje ziet er niet uit alsof ze zich uitstekend vermaakt. Ik des te meer.

De moraal van dit verhaal: barba crescit caput nescit.
O ja, en vertrouw nooit een uitgever.

Afijn, ik denk dat ik me nu vast ga melden bij het metoo-tribunaal. Ik dank u voor het in mij gestelde vertrouwen en zie u over drie tot vijf jaar.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *