Enige tijd terug kwam ik in de gelegenheid mijn werk voor te leggen aan een literair agentschap in Londen. De interesse betrof mijn horrorfantasy Braga Doom, dat zich afspeelt in Schotland en daarom een Engelstalig publiek zou kunnen bedienen.
‘Ik zie uw reactie met belangstelling tegemoet,’ schreef ik, maar eerlijk gezegd waren mijn verwachtingen niet bijzonder hooggespannen. Literaire agenten, zeg maar de impresario’s van de boekenwereld, staan in hoofdzaak bekend om hun handelsgeest. Met name in het buitenland bezitten ze de akelige macht om een schrijver brodeloos te maken als het voorgelegde werk niet aan monetaire maatstaven voldoet.
Niettemin overtrof zijn oordeel, dat ik vanochtend per mail ontving, elk redelijk pessimisme.
Het begon nog wel aardig.
‘Uw werk is indrukwekkend,’ schrijft de agent. ‘Niet alleen is uw Engels feilloos, uw proza is scherp en uw spanningsboog meesterlijk.’
Jottem! zei ik hardop. Maar een horlepiep werd in de kiem gesmoord door het vervolg van de mail:
‘Helaas,’ en daar had je het door elke sollicitant gevreesde woord, ‘zie ik geen mogelijkheden tot commerciële exploitatie van uw roman.’
Nu ben ik het wel gewend te horen dat mijn werk niet mainstream is. (Laten we gerust wel wezen: mijn schrijfsels zijn tamelijk obscuur). Maar in dit geval was het probleem opmerkelijk specifiek.
‘Uw boek is niet stereotiep (“formulaic”) genoeg voor het Engelstalige fantasygenre. Dit genre wordt bepaald door een strakke formule. Lezers, en dus editors en uitgevers, verwachten een bepaald soort boek.’
Wat is dan die formule? Ik citeer de man woord voor woord:
‘Een sympathieke hoofdpersoon ontdekt dat hij verborgen magische krachten/eigenschappen bezit. Die magische krachten blijken van cruciaal belang te zijn om het koninkrijk/universum te redden van een kwaadaardige tegenstander. De hoofdrolspeler wordt tot het uiterste beproefd, maar uiteindelijk triomfeert hij.’
Hij voegt eraan toe: ‘Denk aan Harry Potter.’
Een schrijver die op zijn hachje gesteld is doet er goed aan dit script naar de letter te volgen:
‘De enige vrijheid die een auteur heeft is om deze formule zo te bewerken dat hij nieuw en fris lijkt. Nogmaals: denk aan Harry Potter.’
Kleine variaties dus, die de regel bevestigen.
‘Readers will accept and enjoy only so much that’s outside the formula.’
De agent geeft tot besluit een goede raad:
‘U moet een keuze maken. Blijft u schrijven wat u schrijft? Of gebruikt u uw onmiskenbare talent om een meer typerend werk te produceren waarmee u daadwerkelijk geld kunt verdienen?’
Kijk vriendjes, dat geldwolven zich graag conformeren aan eerdere successen is natuurlijk geen nieuws. Maar dat er op de burelen van het uitgeversgeboefte een Harry Potter-checklist ligt, een J.K Rowling-meetlat zogezegd, dat gaat elke realistische prognose te buiten.
Opvallend is dat mijn agent in zijn betoog de lezer de schuld geeft. ‘De lezer pikt het niet als er van de formule wordt afgeweken.’
Mijn vraag aan u, beste lezer, is dan ook: klopt dit? Is dit wat u wilt? Steeds weer hetzelfde boek? Steeds weer dezelfde plot? Steeds weer hetzelfde afgemeten schema?
Laat ik het anders zeggen. De uitgevers denken dat u een slaafse stumper bent die louter genoegen neemt met de laagste gemene deler.
PIKT U DAT?
Ik zie uw reactie met belangstelling tegemoet.