In mijn hoofd zit een doosje. En in dat doosje woont een vervelend oud mannetje. Fred de Zeikerd noem ik hem.
Het werkt zo:
Als ik reden heb om vrolijk te zijn geeft Fred de Zeikerd mij een reden om niét vrolijk te zijn. Heb ik net een mooi verhaal geschreven, dan klautert Fred uit zijn doosje en fluistert: ‘De honden lusten geen brood van dat verhaal.’
Heb ik net een flink stuk gefietst, dan klautert Fred uit zijn doosje en fluistert: ‘Jammer dat je die vette spekreet nog steeds achter je aansleept.’
Fred heeft weinig vertrouwen in de toekomst.
‘Wij denken wel dat de jeugd het goed met ons voor heeft,’ zegt hij, ‘dat ze ons gaan redden met hun activisme, maar het is allemaal oude wijn in nieuwe zakken.’
‘Hoezo?’ zeg ik.
‘Ze denken nu dat ze het wiel hebben uitgevonden,’ zegt hij. ’Maar de hippies hebben het in de jaren ‘60 allemaal al eens gedaan. Genderneutraal? Dat was de unisex-beweging: opheffen van sekseverschillen, allemaal dezelfde kleren. Ecologische voetafdruk? In de sixties heette dat The Population Bomb. Feminisme? Joke Smit en de Dolle Mina’s. Het leidde allemaal nergens toe. Ook nu niet. Hippies werden yuppies, hipsters worden yupsters. Let maar op!’
Maar vandaag zeg ik: ‘Fred, ik heb even geen zin in jou. Ik stop jou terug in het doosje en knoop dat stevig dicht met een eindje touw.’
Aldus van Fred verlost ga ik vol goede moed op pad. Ik moet in Strijp-S zijn. Strijp-S is dé hipsterbuurt van Eindhoven. Voorheen het fabrieksterrein van Philips. Tegenwoordig “bruist het met hippe winkels en goede horecazaken en zijn de oude fabrieken omgetoverd tot luxe lofts en creatieve werkplekken”, een “broeinest voor creatieve geesten”.
Alles hier ademt duurzaam. Organisch. Biologisch. Millennials op elke straathoek. Neusringen zo ver het oog reikt. Alles klopt aan Strijp. Alles is groen, energieneutraal, glutenvrij. Een broodje kun je hier niet krijgen, wel ‘urban street food’.
‘Stories’, zo heet het café waar ik na mijn afspraak een lactose-arme havermelk ga drinken. ZERO WASTE ZONE, roept de glazen deur. Alles in dit gebouw is ‘plastic vrij’.
En wat een fenomenaal gebouw! Hoog. Licht. En groen! Aan het plafond hangen honderden planten, met uitschieters die bijna de vloer raken. De hangende tuinen van Babylon in Eindhoven!
Het is een krachtig, triomfantelijk symbool voor de tijdgeest. Het vervuilende industriegebied is een weelderige oase geworden. Het roet van eerdere, onwetende generaties is door de ‘creatieve geesten’ van deze tijd, de activisten, de wereldredders, weggepoetst en vervangen door een ecobewuste utopie.
De piepjonge serveerster met de tatoeages en de neusring glimlacht als ik zeg dat ik het een prachtige ruimte vind. ‘Ja, er is echt over nagedacht,’ zegt ze.
‘En al die planten!’ zeg ik. ‘Hoe houden jullie dat bij? Elke dag een ladder op?’
Het meisje schatert het uit: ‘Maar nee meneer, die zijn van PLASTIC! Anders zouden we ze elke dag water moeten geven.’ Schuddebuikend loopt ze terug naar de counter.
Ik reken de 7 euro voor mijn koffie af en slenter weer naar buiten.
Ik hoor hoe Fred het touwtje doorknipt, uit het doosje klautert en fluistert: ‘Over tien jaar wonen alle hipsters in een vinexwijk in Heerhugowaard. Met twee benzineauto’s. Met vier kinderen. Met twee vliegvakanties per jaar. Zonder zonnepanelen.’