Als aanstormend literair succes vind ik het soms vermakelijk om naar de wereld te kijken door de ogen van ándere grote schrijvers. Daar kunnen ze nog wat van leren.
Afijn, zo zit ik me nu voor te stellen hoe de geniale modernist James Joyce het tafereel in de omringende tuinen zou hebben beschreven. Laten we zijn befaamde stream of consciousness-techniek eens loslaten op coronavierend Nederland op een warme zaterdagmiddag:
Fwiet fwiet fwiet (vogels).

  • Jeffrey néé, wat heb ik nou gezegd? Afblijven Jeffrey kom hier Zet dat neer Kom daar uit Goedzo was dat nou zo moeilijk?
  • Even stil dit is echt een vette track: This beat here will make you hump, pump, jump. Vind ik zo geniaal die lyrics. Run for cover mothafucker.
    Broem grrrr Broem grrrr (startende brommer).
  • Kaylee niet op de tafel spugen.
    Blaf blaf grom.
  • Wesley laat die hond eens met rust kutje.
    (Zwijgende alternerende blikken boven de schutting, loerend lonkend lonkenoerend. Even stil. Vreemd, die stilte opeens. Welk hemelteken wordt gelijktijdig door beiden waargenomen? Geen teken nee gewoon een kakafonieschuw geluw).
    Wesley: Eg nie.
  • Jeffrey zet dat neer!
    Pats! Daar, ik heb je gewaarschuwd!
    MAAAAMAAAA!!
    (Grimmig) Nou heb je het weer voor mekaar flikker.
    (Met boosaardige vreugde) Nee gij dan met uw snollensmoel.
  • Jeffreybeer, kom maar schatje, kom maar bij mamma.
    WAAAAH WAAAAH WAAAAAH
  • Even stil, dit is een mooi stuk. Jeffrey, zing maar mee met mamma:
    And if he want some pussy that’s a no-no
    I only fuck with bad bitches no homo.

    Hoogstaande fonetische poëzie, mensen. Gratis en voor niks. En dat in een gewone Eindhovense buitenwijk.