Ik ben net terug van mijn oom Nelis. Geen grap, ik heb echt een oom Nelis.
Nelis bewoont een piepklein appartement vol boeken. Om de zoveel tijd breng ik hem een bezoek met de bedoeling hem levenswijsheden te ontfutselen.
Vandaag vroeg ik: ‘Oom Nelis, laten we er niet omheen draaien, u hebt het aan de rikketik. Met heel veel geluk heeft u nog slechts enkele jaren te gaan. Wat is het geheim van uw slechte humeur?’
‘Joortje,’ zei hij, ‘ik laat me door jou niet op de kast jagen vandaag. Mijn humeur is namelijk opperbest. Ik ga met een schoon geweten hemelen.’
‘Hoe dat zo?’ informeerde ik.
‘Ik heb nog nooit iemand om zeep geholpen,’ antwoordde hij. ‘Dat lijkt misschien geen grote deugd maar geloof me: gezien de drie huwelijken die ik achter de rug heb is het geen geringe prestatie.’
‘Welk advies laat u na aan uw jeugdige neef?’ vroeg ik.
‘Joortje,’ zei hij, en ik citeer hem hier woord voor woord: ‘ik heb reden genoeg om verbitterd te zijn. Maar ik ben het niet. Waarom niet? Omdat ik geleerd heb om hartstochtelijk van het leven te houden, zelfs als het niet van mij houdt.’
The end