Postmodernisme voor dummies

Onlangs viel ik bijna door de mand. Iemand vroeg mij: ‘Van Os, jij hebt het altijd over postmodernisme. Maar wat is dat eigenlijk?’

Nou, ik schrikken natuurlijk. Maar niet getreurd. Als ik het allemaal even niet meer weet ga ik te rade bij Nelis Braadvet van Cafetaria De Smikkel.

‘Nelis,’ zeg ik dan, ‘leg mij nog eens één keer uit wat postmodernisme betekent.’

En terwijl Nelis het frituursel rijkelijk van spijzige saus voorziet zegt hij: ‘Nou kijk, het zit zo. “Post” is Latijn en betekent “na”. Dus ná het modernisme. Of eigenlijk: voorbij het modernisme.’

‘O ja,’ zeg ik, ijverig alles noterend.
‘Maar weet je,’ gaat Nelis verder, ‘eigenlijk is het postmodernisme niet een reactie op het modernisme, maar op het rationalisme. In die tijd gingen ze op de Rede vertrouwen in plaats van op God. Ze meenden dat de menselijke redelijkheid de oplossing voor alles was. Rationeel denken, dat moest de mensheid redden.’

‘Rationeel denken,’ noteer ik.
‘Daarom vonden ze onderwijs zo belangrijk,’ zegt Nelis. ‘Als je maar genoeg kennis en cultuur door de strot krijgt geduwd, dan worden we vanzelf nobele wezens. Dat dachten ze.’

‘Ja.’
‘Maar ja,’ zegt Nelis terwijl hij de piepers aan het vet toevertrouwt, ‘toen kreeg je de nazi’s. Die waren behoorlijk cultureel opgevoed. Hoe heette die vlerk? Hitler? Die was nota bene kunstschilder. En die kampbeulen? Die draaiden vrolijk Wagner terwijl de ovens stookten.’

‘Tsss,’ zeg ik.
‘Dus na de oorlog ging iedereen eens diep zitten nadenken,’ zegt Nelis. ‘Zo van: “nou, de redelijkheid heeft het mooi laten afweten, zeg! Als het de Holocaust niet kan voorkomen, wat heb je er dan aan?” En geef ze eens ongelijk! Maar toen gingen ze nog een stap verder en zeiden: het ging niet mis óndanks de redelijkheid, maar dóór de redelijkheid. Als je op de rede vertrouwt, wat krijg je dan? De Holocaust! De rede moest dus worden gewantrouwd.’

‘En toen?’ zeg ik nagelbijtend.
‘Toen kreeg je het postmodernisme.’

De piepers gillen knetterend in het vet en Nelis zegt: ‘De rede is het nieuwe kwaad. De nieuwe erfzonde. Net als in de bijbel komt de mens nog steeds schuldig ter wereld, belast met de zonde van zijn voorouders. Maar die zonde is nu Hitler, de slavernij, het kolonialisme, het patriarchaat. En bovenal: de mens zelf. De mens is slecht. Vooral de Westerse mens, die tot de vernietigingskampen heeft geleid. En tot de verwoesting van het milieu.’

‘Ja.’
‘Dus nu roept iedereen in het Westen: weg met ons!’ Nelis probeert de piepers uit het vet te redden maar het lukt niet erg. ‘En dus zijn we in het nihilisme beland. Het grote nihil. Het grote niks.’

‘Oei! En nu?’
‘Nou, het probleem is: we vinden dat we het niet verdienen om gered te worden. Het gaat de postmodernisten er niet om dat de Westerse beschaving een uitweg uit het nihilisme vindt, maar dat het daarin juist ten onder gaat. Het Westen wil dat het zichzelf vernietigt. Daarom wordt elke aangedragen oplossing neergesabeld. De boerka is patriarchaal. Het boerkaverbod is óók patriarchaal. Noem al die ellende maar op.’

De piepers dreigen te verbranden.
‘Alles is een bewijs van vrouwenhaat,’ zegt Nelis, ‘van mannenhaat, van vreemdelingenhaat, kortom: van haat. Alles is een bewijs van iets weerzinwekkends. Alles is zinloos. Dat is waar Nietzsche voor waarschuwde. En daar zitten we nu middenin. Het is de collectieve zelfmoord van de Westerse beschaving.’

‘Hoe geraken wij van het nihilisme in het post-nihilisme, Nelis?’ vraag ik ontredderd.
‘Komt tijd komt raad, Joortje.’ En prompt lukt het hem de piepers op het droge te krijgen.

Ik schud het hoofd.
‘Hoe blijf jij toch altijd zo opgewekt terwijl de hele beschaving de polsen doorsnijdt? Hoe redden wij ons hieruit, Nelis?’
‘Met milde spot, Joortje. Milde spot en een lekkere vette bamibal op z’n tijd.’

En terwijl ik van vette bamibal voorzien naar buiten huppel hoor ik Nelis steevast tegen zijn klanten zeggen:
‘O, dat was Van Os, mijn beste klant. Die is zó neo-postdeprimistisch dat ie zich elke dag een compleet bittergarnituur in de maag laat splitsen.’

EINDE

Mariah Carey

Ik dacht even dat het een kerstwonder was dat ik Mariah Carey nog niet gehoord had dit jaar. Maar wat blijkt? Het lied is wegens klachten van de radio gehaald. En terecht!

Hieronder leest u hoeveel mensen gekwetst worden door deze aanstootgevende tekst.

I don’t want a lot for Christmas [KWETSEND VOOR JODEN EN MOSLIMS]
There is just one thing I need [KWETSEND VOOR NOODDRUFTIGEN]
And I don’t care about the presents [KWETSEND VOOR MATERIALISTEN]
Underneath the Christmas tree [KWETSEND VOOR VOGELS DIE NESTELEN IN NAALDBOMEN DIE NU GEKAPT ZIJN]
I don’t need to hang my stocking [SEKSISTISCH https://cdn5.vectorstock.com/…/womens-legs-in-stockings-and…]
There upon the fireplace [OPEN VUUR IS SLECHT VOOR MILIEU]

Santa Claus won’t make me happy [KWETSEND VOOR ACTIVISTEN DIE SANTA CLAUS ASSOCIEREN MET ZWARTE PIET]
With a toy on Christmas Day [SEKSISTISCH https://www.dhresource.com/…/black-wolf-10-speed-vibrator-s…]
I just want you for my own [EGOCENTRISME]
More than you could ever know [MANSPLAINING]

I won’t even stay awake [KWETSEND VOOR MENSEN LIJDEND AAN INSOMNIA]
To hear those magic reindeer click [PETA VEROORDEELT HET VASTBINDEN VAN RENDIEREN]
All the lights are shining [KWETSEND VOOR MENSEN LIJDEND AAN FOTOFOBIE]
So brightly everywhere [ZEER KWETSEND VOOR MENSEN LIJDEND AAN FOTOFOBIE]
And the sound of children [KWETSEND VOOR KINDERLOZEN EN KINDERHATERS]
Laughter fills the air [RACISME. WELLICHT. WAARSCHIJNLIJK.]

Make my wish come true [SLAAFSE AFHANKELIJKHEID VAN PATRIARCHAAT]
All I want for Christmas [MATERIALISME]
Is you [#METOO]

Hipsterische Tijden

Wie deze foto met enige lichtzinnigheid bekijkt zou kunnen menen dat ik de aardappelschillen in een vuil glas heb gegooid om het geheel straks in de groene bak te tiefen.

FOUT.

Dit is verse gemberthee. Geen grap. Gemberthee. Hier betaal je voor.

U raadt het al. Ik ben weer eens op pad in de binnenstad. Per ongeluk ben ik beland in EMMA, de meest flexitarische hipstertent ter wereld. Maak hier een foto en Wikipedia accepteert hem gegarandeerd als representatief voor de huidige subcultuur.

‘Wat leuk dat je er bent!’ luizenmoedert de lunchkaart. ‘Verwonder je over wat er om je heen gebeurt, terwijl onweerstaanbare gerechten van hartige heerlijkheden de revue passeren.’ Dit klinkt als een typisch Ossiaanse overdrijving, maar het staat er écht.

Mijn koffie arriveert zonder suiker, en als ik erom vraag gapen ze me aan alsof ze nog nooit van het woord gehoord hebben. De lunch bestaat uitsluitend uit toast met onherleidbaar exotisch beleg: rendang, burrata, papardelle. Ik zeg niet dat het allemaal boterhammen met kaas moet zijn, maar hier doen ze het erom: de gerechten zijn niet gesorteerd op smaak, maar op hun onuitsprekelijkheid. Want wat van ver komt is politiek correct.

Hipsteren is hier meer dan ooit een vorm van terreur geworden. Elk woord, elke handeling, is een verkapt verwijt. Suiker bij de koffie? Imperialisme! Peper en zout? We zullen het even aan de kok vragen maar hij zal er niet blij mee zijn.

Nu moet u hipsters niet gelijkschakelen met álle jongeren. De meeste zijn volkomen normaal. Ik sterf van de nichtjes, maar er zit niet één hipster tussen. Nee, hipsters zijn een afdeling apart.

Wat verbaast is niet dat ze bestaan, maar dat ze zoveel macht bezitten. Het doet me denken aan Invasion of the Body Snatchers, waarin de wereldbevolking stilletjes vervangen wordt door welwillende, maar emotieloze buitenaardse klonen.

Wie om zich heen kijkt ontkomt niet aan het griezelige vermoeden dat hipsterklonen overal zijn. Ze beheersen de horeca, de mediaredacties, de literatuur en de politiek. Met andere woorden: ze nemen met geruisloze strategie alle sleutelposities in. Zelfs een verstandige vent zoals ik zou er paranoïde van worden.

De ober (flanellen ruitjeshemd, ironisch sjaaltje, ouderwetse bril) komt bij mijn tafel staan en vraagt op passief-agressieve toon of alles naar wens is.
Ik vertel hem dat mijn ei niet hardgekookt is, zoals beloofd. ‘Ik breng je een ander,’ zegt hij.

Even later komt hij terug met een nieuw ei.
Het is nog zachter dan het vorige.

De boodschap is duidelijk: de invasie van zachtgekookte eitjes is ophanden. Mijn advies: sla grote hoeveelheden suiker, zout en tabak in en verhuis naar een ondergrondse bunker.

Ik dank u voor uw tijd.

Van Os voelt zich niet nuttig

Ik zat net met een goede vriend aan de telefoon. Die vriend weet alles.

Hij weet: 1) hoe de stationaire regelklep in een ford fiësta moet worden afgesteld om het aanzuigluchtvolume te regelen en welke invloed het uitvallen van deze actuator heeft op het lopen van de motor. 2) hoe je meerdere LED lampen aansluit op een dimmer en het totale wattage bij elkaar optelt door rekening te houden met de jumper-instellingen. 3) hoe je gebruik kunt maken van de kleineondernemersregeling als je in een jaar minder dan € 1.883 aan btw betaalt. 4) hoe de prijs van de BitTorrent token met bijna 900% is gestegen sinds de initial coin offering op het Launchpad platform. 5) hoe een tochtstrip van hard materiaal zoals aluminium of plastic die je aan de schanierkant van een deur of raam kunt bevestigen niet altijd beter is dan een zelfklevende tochtband omdat het materiaal van een tochtband flexibel is en beter in ongelijkmatige kozijnen past.

Als ik dan heb opgehangen denk ik: ik weet dat Artemis van Efeze in het oude Anatolië ook bekend stond onder de bijnaam Tauropolos.

WANNEER KOMT DAT EEN KEER VAN PAS?

Gezeik allemaal.

Van Os lost een existentieel dilemma op

Fiets ik naar het café, heb ik de wind tegen. 
Fiets ik een halfuur later terug, heb ik weer de wind tegen.

Ik heb me vroeger weleens op zen-boeddhistische wijze afgevraagd: Wat doet de wind als hij niet waait?

Antwoord: Hij zit gewoon te wachten tot ik de kroeg uit kom.

Einde van deze episode

Stom

Weet je wat stom is? Dat er maandenlang een grap circuleert op Facebook. Een strip of een filmpje of zo. 
Die iedereen al heeft gezien.

En dan komt er een Bekende Nederlander, pak ‘m beet Ted de Braak bijvoorbeeld, en die deelt hem nog een keer. Dat doen Bekende Nederlanders, want die lezen nooit wat jij schrijft, alleen maar wat ze zelf schrijven, en dus weten ze niet dat iedereen die grap al een miljard keer gezien heeft.

En wat gebeurt er dan? Nou dan zeggen de mensen niet: die grap kenden we al, Ted de Braak, wereldvreemde snuiter die je bent met je aftandse humor.

NEEN! Dan zeggen die naadbeffers: HAAAA HA HA HA WAT LEUK. WAT GRAPPIG TED DE BRAAK. IK KOM NIET MEER BIJ. HA HA HAA.

Nou dat vind ik dus stom. 
Afijn, hoe gaat het bij jullie?

Einde van deze episode.

Links en Rechts

Een postmoderne parabel

Een fnuikend nadeel van de gepolariseerde samenleving is de verschraling van het keuzeaanbod. Nog geen twintig jaar terug kon je kiezen tussen vijftig tinten grijs, nu moet je het doen met twee cartooneske, van elke wederkerigheid gespeende tegenpolen.

De voor de hand liggende, en recentelijk nog door de Canadees Michael Ignatieff aangedragen oplossing is die van het minste kwaad. ‘Kwaad’ vind ik een groot woord in deze verkiezingen, wat de mensen mij ook willen laten geloven, beter is het te spreken van het ‘minst irritante’.

Tevreden met die begripsbepaling doe ik onderweg naar het stembureau eerst nog even een terrasje aan.

Ik zit nog maar net van mijn metroseksuele koffie te genieten als er een Oldsmobile komt aangereden. Ik heb er geen verstand van, dus ik houd het maar op een Laurel en Hardy-auto. Het ding komt met een hels kabaal tot stilstand en een gitzwarte wolk diesel stuift het terras op. Als u in de jaren tachtig Parijs frequenteerde, dan kent u de lucht vast wel.

Op het terras zit een vrouw van een jaar of vijftig. Zelfgeboetseerde kralenketting, rood brilletje, de kaken samengeperst in pertinente verontwaardiging, de onmiskenbare tekenen van iemand die gekrenktheid tot levensdoel heeft verheven. 
‘UCHE UCHE,’ zegt ze. Ze hoest het niet, ze zegt het: ‘UCHE UCHE.’

Blijkt dat de bestuurder van de Oldsmobile een kennisje heeft gespot, aan een beluifeld tafeltje niet ver bij ons vandaan. Zonder de motor af te zetten stapt hij uit en promeneert op zijn gemakje naar hem toe. 
‘Charel kerel!’ roept hij. ‘Veur den drommel, dat ik jou hier tref!’
‘Arend-Jan!’ juicht de kennis, gehuld in krijtstrepen en knauwend op een vette sigaar. Etnisch profileren mag niet en ik wil best de mogelijkheid indachtig houden dat het hier twee onbemiddelde middenstanders betreft, maar laten we wel wezen.

Aldoor blijft de rook over het terras wasemen. 
‘UCHE UCHE,’ zegt de vrouw weer, met stemverhef dat zich lijkt te willen verzekeren van ieders aandacht. ‘JEEZUS WAT EEN STANK.’

Arend-Jan, het welvaartsbuikje onbewimpeld naar voren gestoken, wijst zijn vriend op de kachelende auto. 
‘Ik was zo’n beetje aan het boemelen,’ verklaart hij. ‘Aardig karretje, niet?’
‘Verdomd aardig!’ beaamt Charel. 
‘Een modelletje 30,’ zegt Arend-Jan. ‘Echt vintage!’

‘UCHE UCHE UCHE!’ roept de vrouw, die nu theatraal voorover klapt. ‘Rijd toch door, man. Lul de behanger! Fascist! Islamofoob!’

‘Buitengewoon aardig karretje,’ zegt Charel, die paffend bijdraagt aan de verstikkende walm. 
‘Nietwaar?’ zegt Arend-Jan. ‘Het kost wat, maar je moet toch een beetje kunnen boemelen. Zolang het nog kan tenminste. Als ze in dit land hun zin krijgen is elke stad straks autoloos.’

De vrouw met het rode brilletje ligt nu languit over de tafel, alsof ze de laatste seconden van haar leven voelt wegtikken. Ze staat half op. Een beschuldigende vinger schiet priemend in de richting van Arend-Jan, alsof ze haar belager aanwijst in de rechtszaal.
‘Hier gaat de wereld nou aan ten onder,’ briest ze. ‘Aan dit soort alfamannetjes. Aan dit soort baudetjes. Poenige proleten met te kleine piemeltjes!’

‘Buitengewoon verdomd aardig,’ zegt Charel. 
‘UCHE UCHE IK GA DOOD!’ zegt de vrouw.

Ik reken af en loop verder. En als ik even later met mijn rode potlood in het stemhokje sta, twijfelend tussen de twee karikaturale tegenstellingen, denk ik: de MINST irritante, dat is zo eenvoudig nog niet.

THE END

Ode aan de Bilnaad

Een graag geziene gast in Casa Van Os is meneer Bilnaad. Meneer Bilnaad is de man die de cv-ketel komt maken als Van Os weer eens onder een koude douche staat.

Vandaag komt hij geen minuut te laat. Ik ben ietwat grieperig en een kuip vol warm water kan het bescheiden leed verzachten.
‘Goedendag, meneer Bilnaad!’
‘Goedendag, meneer Van Os. Heeft u al een nieuw boek geschreven? Nee, u hoeft mij de weg niet te wijzen, die ken ik.’

Als hij zich, eenmaal ter zolder, letterlijk en figuurlijk over de ketel buigt laat hij zien waar hij zijn naam aan te danken heeft.
‘Geen probleem,’ mompelt hij na een korte inspectie. ‘Melk en suiker graag!’

Als ik even later met de gerekwireerde koffie op zolder verschijn ben ik getuige van een merkwaardig ritueel. Tot mijn verbazing zie ik hoe de heer Bilnaad, die achter de ketel verstopt zit en aan een schroefje draait, af en toe lukraak met zijn hamer op de ketel timmert. Het dient geen enkel doel, hij kijkt niet eens waar hij timmert, het lijkt hem uitsluitend om het kabaal te gaan.

‘Dat is een beroepsgeheim,’ geeft hij desgevraagd toe. ‘Als ze mij niet af en toe horen timmeren denken ze dat ik zit te niksen. Het euvel is vaak heel klein: een moertje, een leertje, een roestplekje, maar de klant moet de indruk krijgen dat ik een ingrijpende reparatie heb uitgevoerd, anders voelt hij zich bekocht.’
‘Ik snap het,’ zeg ik.

‘Weet u,’ zegt hij, ‘het is eigenlijk net als met Baudet.’
‘Baudet?’ vraag ik verbaasd.
Gotallemachtig, denk ik, toch niet wéér Baudet? Gaat dan alles alleen nog over Baudet?

‘Ik weet niks over Baudet,’ zegt meneer Bilnaad. ‘Misschien is die vent wel echt zo gevaarlijk als ze beweren. Ik heb geen idee. Maar die hele kerel interesseert me minder dan het mechanisme dat hem mogelijk maakt. En de manier waarop de prominenten op hem reageren, dát is interessant.’
‘De prominenten?’ vraag ik.
‘Nou ja, zeg maar de belangrijke mensen in de media. Journalisten, columnisten, schrijvers, andere politici.’
‘Hoezo is dat interessant?’

‘Nou,’ zegt de Bilnaad, ‘net als bij een cv-ketel zou men er verstandig aan doen te kijken naar de achterliggende oorzaken. Naar de kleine dingen. De kieren, de roestplekken. Niet naar die vent zelf, die is nauwelijks interessant. Er zal altijd wel een Trump of een Junker of een Baudet zijn. Dat is niks nieuws. Maar het sluimerend maatschappelijke ongenoegen dat hem blijkbaar zoveel zetels oplevert, dat zou onze aandacht moeten vergen.’

Hij veegt zijn bezwete hoofd af met een doek.
‘Maar,’ zegt hij vermanend, ‘dat is linke shit. Het geduldig en vooral objectief analyseren van onderliggende factoren zou weleens kunnen suggereren dat je Baudet niet per definitie met het grote kwaad vereenzelvigt. Of erger nog: dat je je niet nadrukkelijk genoeg van hem distantieert. En dat kan je zomaar je kop kosten. Of je carrière eigenlijk.’

Meneer Bilnaad gaat hijgend op de volle wasmand zitten.
‘Anders gezegd: liever timmeren we publiekelijk, en met veel lawaai, op Baudet zijn pantser, dan dat we in stilte op zoek gaan naar kieren en roestplekken in zijn harnas. Terwijl dat laatste veel effectiever zou kunnen blijken. Het gaat er meer om de achterban tevreden te houden, dan om werkelijk iets te bereiken.’

Hij knikt tevreden, alsof hetgeen hij zegt een uitgemaakte zaak is. Alsof hij zeker weet dat het nageslacht hem met de benefit of hindsight gelijk zal geven.
‘Dat willen de mensen: uiterlijk vertoon. Het gaat er niet om wat je doet, maar wat ze ZIEN dat je doet. En daarom schelden ze op Baudet. En daarom timmer ik af en toe op de ketel.’

Meneer Bilnaad komt overeind en hijst zijn broek op.
‘Afijn, dat ding doet het weer. Het was me wederom een waar genoegen. Goedendag, meneer van Os.’
‘Goedendag, meneer Bilnaad.’

Als hij weg is draai ik de kraan open. Het warme water doet het weer prachtig.

Van Os heeft nieuwe schoenen

Ik heb mijn nieuwe iShoes nu ongeveer een week.

Als ik ze aantrek zeggen ze: “Deze schoenen maken gebruik van cookies! Uw privacy is belangrijk voor ons.”

Als ik naar de supermarkt loop zeggen ze: “Hier zijn negen recepten die uw buren versteld zullen doen staan.”

Als ik langs de LINDA in het tijdschriftenrek loop zeggen ze: “TRENDING! Kim Kutter en Ronnie Flex op roze wolk na Ziggo Dome debacle.”

Als ik een stuk ga wandelen roepen ze: “Waarom gaan we hierheen? Hier zijn we gisteren ook al geweest.”

Bij elke tien passen gillen ze: “DE NIEUWE LEXUS UX HYBRID NU AL VOOR 499 EURO PER MAAND!”

Als ik iemand tegenkom zeggen ze: “Die vent zit ook op facebook. Wilt u hem bevrienden?”

Als ik met een leuke vrouw praat roepen ze opeens: “Wilt u de browsergeschiedenis van uw schoenen wissen?”

Als ik ze wil uittrekken zeggen ze: “Help YouTube om de volgende enquete te beantwoorden.”

In één woord: zeer tevreden!

Van Os terroriseert de Moslims

Zoals u weet ga ik om de week naar de Arabische barbier in Vaartbroek. Niet om progressief te wezen, maar omdat de moslimkapper vijf euro goedkoper is dan de Brainwash. Maar nu is het Suikerfeest. En dus ga ik, zijnde een ruimdenkende vent, langs met mierzoete troep om mijn islamitische broeder te tonen hoe piramidaal tolerant ik wel niet ben.

Samir is barbier en is dat inderdaad alleen maar geworden omdat het rijmt. Hij knipt prima en is niet te beroerd om na afloop ook nog even mijn baard te finetunen.

‘Salaam aleikum!’ brul ik terwijl ik naar binnen storm met mijn suikerpret. 
Samir krijgt zowat een breinverzakking. ‘Wollah nog aan toe! Toch niet wéér zo’n figuur? Ach ach, moge de Profeet mij duizendmaal behoeden!’

‘Wat is er mis, Samir?’ vraag ik verbaasd.
‘Sorry, Joortje,’ zegt Samir, ‘maar ik heb het even gehad met joviale Hollanders die hier hun verdraagzaamheid komen ventileren!’
‘Hoe bedoel je?’

Samir legt het uit. 
‘Kijk Joortje, wij moslims zijn vaak boos, dat geef ik grif toe. Voor een deel is dat erfelijk, omdat onze voorouders altijd schurend zand in de naad hadden. Maar het ligt ook een beetje aan de Hollanders.’

‘Ah, je bedoelt rechtse fascisten en islamofoben?’ zeg ik begrijpend. 
‘Nee verdomme, niet vanwege de islamofoben,’ roept Samir uit. ‘Islamofobie, dat begrijpen wij wel. Als ik de voordeur openzet en er schuimt meteen tachtig man naar binnen, dan denk ik ook even van: ho ho ho, wie zijn jullie allemaal? Nee, als iéts ons razend van woede maakt is het wel BNNVARA!’

‘BNNVARA?’ roep ik verwilderd uit. 
‘BNNVARA,’ bevestigt Samir. ‘Die neerbuigende inschikkelijkheid. Die badinerende linksheid. Dat teisterende paternalisme. Vreselijk!’
‘Paternalisme?’

‘Zo’n hippe vent van de nrc die opeens mee gaat doen aan de ramadan,’ legt Samir uit. ‘Die overtrokken aandacht die krampachtig alle verdeeldheid moet maskeren. Al die tv-programma’s. Die artikelen. Stel je voor dat je als Nederlander in Marokko woont, en dat elke keer als je een feestdag hebt er twaalf cameraploegen over de vloer komen. Dat de koning per se mee wil doen en dat elke burgemeester je komt feliciteren. En dat ze dan praten alsof je debiel bent. Zo van: ‘ACH WAT EEN MOOIE TRADITIE! GEWELDIG. WAT EEN GEWELDIG MOOIE VERRIJKENDE TRADITIE. JULLIE ZIJN EIGENLIJK HEEL LIEF HE? JA JA.’

Samir zucht. 
‘Ik zag net nog een programma waarin ze een stel moslima’s naar een bejaardenhuis slepen om daar de polonaise te dansen. Dan moeten ze vrolijk meeklappen en zingen. En iedereen roept steeds: LEUK HE? LEUK HE? WAT HEBBEN WE TOCH EEN RESPECT VOOR ELKAAR! Ik kan niet adequaat benadrukken hoeveel kwaad bloed dat zet in de Marokkaanse gemeenschap.’

‘En dan dat Sesamstraat-toontje!’ gaat de barbier verder. ‘WAT KUNNEN WIJ EEN HOOP VAN JULLIE LEREN! GUTTE GUTTE GUT. Bij de baard van de Profeet, wat is dát erg. Wij denken sowieso dat Nederland één grote jostiband is, maar bij BNNVARA maken ze het wel erg bont.’

Samir kijkt weemoedig naar een foto van zijn gezin aan de wand. 
‘Wij hebben al problemen genoeg om onze kinderen op het rechte pad te houden. Wat gebeurt er dan? Komt er weer zo’n figuur, zo’n Francisco van Jole zeg maar, die een beetje vergoelijkend gaat lopen doen. Zo van: ha ha die schoffies toch. MAAR JA, WIJ ZIJN OOK GEEN LIEVERDJES MET ONS SLAVERNIJVERLEDEN. Nou, probeer zo’n jong dan nog maar eens te leren dat hij zich in den vreemde gedragen moet!’

Samir schudt het hoofd. ‘Je kunt van die rechtse rakkers vinden wat je wil, maar ze zien ons wel voor vol aan. Ze praten tenminste niet zo weeïg op ons neer. Maar die gretige weldoeners van BNNVARA. Dat wanhoopsfatsoen. Pure terreur is het. Zand is vervelend, maar niets schuurt ons erger langs de naad, dan de linkse bühnepraat!’

Samir trekt het even niet meer. Met een van opperste ellende vertrokken gezicht gaat hij zitten en begint met diepe uithalen te grienen.

Afijn, awkward! 
Ik kuch, haal bij het afrekenen twee extra tientjes tevoorschijn en laat de arme kerel alleen met zijn verdriet. Misschien kan ik bij de Arabische groenteman om de hoek nog goede sier gaan maken.